dinsdag 27 december 2022
Link naar publicatie:
Type bekendmaking:
algemeen verbindend voorschrift (verordening)



Verordening van de raad van de gemeente Oegstgeest houdende wijziging van de Verordening maatschappelijke ondersteuning Oegstgeest 2020

De raad van de gemeente Oegstgeest;

 

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 25 oktober 2022, kenmerk Z-22-160123;

 

gelet op de Wet Maatschappelijke Ondersteuning 2015 ;

 

B E S L U I T:

Artikel I  

De Verordening maatschappelijke ondersteuning Oegstgeest 2020 wordt als volgt gewijzigd:

 

A.

Artikel 1 begripsbepalingen wordt als volgt gewijzigd

 

Het volgende begrip wordt aangepast als volgt :

 

algemeen gebruikelijke voorziening: een voorziening die niet specifiek bedoeld is voor personen met een beperking, die daadwerkelijk beschikbaar is, een passende bijdrage levert aan het realiseren van een situatie waarin de cliënt tot zelfredzaamheid of participatie in staat is en die financieel kan worden gedragen met een inkomen op minimumniveau

 

Er worden nieuwe begrippen toegevoegd luidende:

 

Specialistische maatschappelijke opvang: In de Leidse regio verwijzen wij op deze manier naar opvang, zoals bedoeld in artikel 1.1.1. eerste lid van de wet, te weten: onderdak en begeleiding voor personen die de thuissituatie hebben verlaten, al dan niet in verband met risico’s voor hun veiligheid als gevolg van huiselijk geweld, en niet in staat zijn zich op eigen kracht te handhaven in de samenleving;

 

Wonen met ondersteuning: in de Leidse regio verwijzen wij met deze term naar het begrip beschermd wonen zoals bedoeld in artikel 1.1.1. eerste lid van de wet, te weten: wonen in een accommodatie van een instelling met daarbij behorende toezicht en begeleiding, gericht op het bevorderen van zelfredzaamheid en participatie, het psychisch en psychosociaal functioneren, stabilisatie van een psychiatrisch ziektebeeld, het voorkomen van verwaarlozing of maatschappelijke overlast of het afwenden van gevaar voor de cliënt of anderen, bestemd voor personen met psychische of psychosociale problemen, die niet in staat zijn zich op eigen kracht te handhaven in de samenleving;

 

B.

Artikel 3 Cliëntondersteuning wordt als volgt gewijzigd:

1. De titel wordt

Onafhankelijke cliëntondersteuning

 

C.

Artikel 5. Onderzoek wordt als volgt gewijzigd

lid 1 komt te luiden

  • 1.

    Het college onderzoekt in samenspraak met degene door of namens wie de melding is gedaan, dan wel diens vertegenwoordiger en waar mogelijk met de mantelzorger of mantelzorgers en desgewenst familie, zo spoedig mogelijk:

    • a.

      de behoeften, persoonskenmerken en voorkeuren van de cliënt;

    • b.

      het gewenste resultaat van het verzoek om ondersteuning;

    • c.

      de mogelijkheden om op eigen kracht of met gebruikelijke hulp of algemeen gebruikelijke voorzieningen zijn zelfredzaamheid of zijn participatie te handhaven of te verbeteren, of te voorzien in zijn behoefte aan wonen met ondersteuning of specialistische maatschappelijke opvang.

    • d.

      de mogelijkheden om met mantelzorg of hulp van andere personen uit zijn sociale netwerk te komen tot verbetering van zijn zelfredzaamheid of zijn participatie, of te voorzien in zijn behoefte aan wonen met ondersteuning of specialistische maatschappelijke opvang;

    • e.

      de behoefte aan maatregelen ter ondersteuning van de mantelzorger van de cliënt;

    • f.

      de mogelijkheden om met gebruikmaking van een algemene voorziening, zoals opgenomen in het beleidsplan, bedoeld in artikel 2.1.2 van de wet, of door het verrichten van maatschappelijk nuttige activiteiten te komen tot verbetering van zijn zelfredzaamheid of zijn participatie, of de mogelijkheden om met gebruikmaking van een algemene voorziening te voorzien in zijn behoefte aan wonen met ondersteuning of specialistische maatschappelijke opvang;

    • g.

      de mogelijkheden om door middel van samenwerking met zorgverzekeraars en zorgaanbieders als bedoeld in de Zorgverzekeringswet en partijen op het gebied van publieke gezondheid, jeugdhulp, onderwijs, welzijn, wonen, werk en inkomen, of door doorstroom naar de Wet Langdurige Zorg (WLZ) te komen tot een zo goed mogelijk afgestemde dienstverlening met het oog op de behoefte aan verbetering van zijn zelfredzaamheid of zijn participatie of aan wonen met ondersteuning of specialistische maatschappelijke opvang;

    • h.

      de mogelijkheid om een maatwerkvoorziening te verstrekken;

    • i.

      welke bijdragen in de kosten de cliënt met toepassing van het bepaalde bij of krachtens artikel 2.1.4 van de wet verschuldigd zal zijn, en

    • j.

      de mogelijkheden om te kiezen voor de verstrekking van een pgb, waarbij de cliënt in begrijpelijke bewoordingen wordt ingelicht over de gevolgen van die keuze.

D

Artikel 8 Criteria voor een maatwerkvoorziening wordt als volgt gewijzigd

lid 2 komt te luiden:

Een cliënt komt in aanmerking voor een maatwerkvoorziening:

  • a.

    ter compensatie van de beperkingen in de zelfredzaamheid of participatie die de cliënt ondervindt, voor zover de cliënt deze beperkingen naar het oordeel van het college niet op eigen kracht, met gebruikelijke hulp, met mantelzorg of met hulp van andere personen uit zijn sociale netwerk dan wel met gebruikmaking van algemeen gebruikelijke voorzieningen of algemene voorzieningen kan verminderen of wegnemen. De maatwerkvoorziening levert, rekening houdend met de uitkomsten van het in artikel 5 bedoelde onderzoek, een passende bijdrage aan het realiseren van een situatie waarin de cliënt in staat wordt gesteld tot zelfredzaamheid of participatie en zo lang mogelijk in de eigen leefomgeving kan blijven, of

  • b.

    Een cliënt met psychische of psychosociale problemen en een cliënt die de thuissituatie heeft verlaten, al dan niet in verband met risico’s voor zijn veiligheid als gevolg van huiselijk geweld, komt in aanmerking voor een maatwerkvoorziening ter compensatie van de problemen bij het zich handhaven in de samenleving voor zover de cliënt deze problemen naar het oordeel van het college niet op eigen kracht, met gebruikelijke hulp, met mantelzorg of met hulp van andere personen uit zijn sociale netwerk dan wel met gebruikmaking van algemene voorzieningen kan verminderen of wegnemen. De maatwerkvoorziening levert, rekening houdend met de uitkomsten van het in artikel 5 bedoelde onderzoek, een passende bijdrage aan het voorzien in de behoefte van de cliënt aan wonen met ondersteuning of specialistische maatschappelijke opvang en aan het realiseren van een situatie waarin de cliënt in staat wordt gesteld zo zich snel mogelijk weer op eigen kracht te handhaven in de samenleving.

E

Artikel 11 Regels voor het PGB

Lid 7 komt te luiden:

Voor de producten voor Huishoudelijke Ondersteuning en Begeleiding en Wonen met ondersteuning die per 2023 in werking treden worden maximaal de in lid 5 en 6 genoemde percentages gehanteerd. Bij een persoonsgebonden budget voor niet-professionele/informele ondersteuning wordt daarbij voor Huishoudelijke ondersteuning tenminste het wettelijk minimumuurloon aangehouden en voor Begeleiding tenminste het bedrag per uur dat Zorgkantoren hanteren voor informele ondersteuning in het kader van de Wet langdurige zorg.

 

Het huidige lid 7 wordt hernummerd naar lid 8

 

F

Artikel 12 Bijdrage in de kosten van algemene voorzieningen wordt als volgt gewijzigd

lid 2 en 3 komen te luiden:

  • 2.

    Een inwoner, zonder Wmo beschikking, is een bijdrage verschuldigd in de kosten voor het gebruik van collectief, vraagafhankelijk vervoer in de vorm van een opstaptarief en een tarief per kilometer. Het college draagt zorg voor de kenbaarheid van de bedragen en doet dit bij regeling.

  • 3.

    De in het tweede lid genoemde bedragen zijn uitgedrukt in het prijspeil van 2023 en worden ieder opvolgend kalenderjaar gewijzigd aan de hand van ontwikkeling van de Landelijke Tariefindex. (LTI).

G

Artikel 13 Bijdrage in de kosten van maatwerkvoorzieningen of pgb’s wordt als volgt gewijzigd

Lid 2.1 komt te luiden:

  • 2.1

    De eigen bijdrage wordt berekend conform hoofdstuk 3 van het Uitvoeringsbesluit Wmo 2015 en bedraagt maximaal de kostprijs van de maatwerkvoorziening.

Lid 3 komt te luiden:

In afwijking van het vorige lid is geen bijdrage verschuldigd voor de volgende maatwerkvoorzieningen:

  • a.

    als de maatwerkvoorziening bestaat uit een rolstoel;

  • b.

    als het een maatwerkvoorziening betreft in gemeenschappelijke ruimten van wooncomplexen;

  • c.

    als de maatwerkvoorziening een hulpmiddel is voor een belanghebbende jonger dan 18 jaar;

  • d.

    als het de maatwerkvoorziening begeleiding individueel intensiteit waakvlam (lage frequentie van ondersteuning) of kortdurend verblijf betreft;

  • e.

    wanneer het een maatwerkvoorziening voor individueel vervoer of verhuiskosten betreft.

Artikel II  

Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2023.

Aldus vastgesteld te Oegstgeest op 15 december 2022

de griffier,

dhr. F. Kromhout

de voorzitter,

dhr. E.R. Jaensch