Hoofdstuk I Algemene begrippen
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Deze verordening verstaat onder:
- -
bedrijveninvesteringszone: het bij deze verordening aangewezen gebied in de gemeente waarbinnen de BIZ-bijdrage wordt geheven. Het aangewezen gebied is vermeld op de bij deze verordening behorende en daarvan deel uitmakende kaart (bijlage 1);
- -
college: college van burgemeester en wethouders van de gemeente;
- -
uitvoeringsovereenkomst: de tussen de gemeente en BIZ vereniging De KempenaeR gesloten overeenkomst als bedoeld in artikel 7, derde lid, van de wet;
- -
wet: Wet op de bedrijveninvesteringszones.
Artikel 2 Aanwijzing vereniging
De BIZ vereniging De KempenaeR wordt aangewezen als de vereniging als bedoeld in artikel 7 van de wet, waarmee een overeenkomst als bedoeld in artikel 4:36 van de Algemene wet bestuursrecht is gesloten, waarin is bepaald dat de activiteiten waarvoor de subsidie wordt verstrekt verplicht moeten worden verricht.
Hoofdstuk II Belastingbepalingen
Artikel 3 Belastbaar feit en aard van de belasting
- 1.
Onder de naam ‘BIZ-bijdrage’ wordt gedurende een periode van 5 jaar jaarlijks een directe belasting geheven ter zake van binnen de bedrijveninvesteringszone gelegen onroerende zaken die op grond van artikel 220a Gemeentewet niet in hoofdzaak tot woning dienen.
- 2.
De BIZ-bijdrage wordt geheven ter bestrijding van de kosten die zijn verbonden aan activiteiten in de openbare ruimte en op internet, die zijn gericht op het bevorderen van de leefbaarheid of de veiligheid in de bedrijveninvesteringszone of de ruimtelijke kwaliteit of de economische ontwikkeling van de bedrijveninvesteringszone.
Artikel 4 Belastingobject
Belastingobject is de onroerende zaak bedoeld in artikel 16 van de Wet waardering onroerende zaken.
Artikel 5 Belastingplicht
- 1.
De BIZ-bijdrage wordt geheven van de gebruiker, zijnde degene die bij het begin van het kalenderjaar al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht een in de bedrijveninvesteringszone gelegen belastingobject gebruikt;
- 2.
Voor de toepassing van dit artikel wordt:
- a)
gebruik door degene aan wie een deel van een belastingobject in gebruik is gegeven, aangemerkt als gebruik door degene die dat deel in gebruik heeft gegeven; degene die het deel in gebruik heeft gegeven, is bevoegd de BIZ-bijdrage als zodanig te verhalen op degene aan wie dat deel in gebruik is gegeven;
- b)
het ter beschikking stellen van een belastingobject voor volgtijdig gebruik aangemerkt als gebruik door degene die dat belastingobject ter beschikking heeft gesteld; degene die het belastingobject ter beschikking heeft gesteld is bevoegd de BIZ-bijdrage als zodanig te verhalen op degene aan wie dat belastingobject ter beschikking is gesteld;
- 3.
Indien een belastingobject bij het begin van het kalenderjaar geen gebruiker kent, wordt de van de gebruiker te heffen BIZ-bijdrage geheven van de eigenaar.
Artikel 6 Maatstaf van heffing
De BIZ-bijdrage wordt geheven naar een vast bedrag per belastingobject.
Artikel 7 Vrijstellingen
Voor de toepassing van deze verordening worden buiten beschouwing gelaten:
- a)
werken die zijn bestemd voor de zuivering van riool- en ander afvalwater en die worden beheerd door organen, instellingen of diensten van publiekrechtelijke rechtspersonen;
- b)
straatmeubilair, waaronder begrepen alle zodanig gebouwde eigendommen – niet zijnde gebouwen – welke zijn geplaatst ten gerieve of in het belang van het publiek ten dienste van het verkeer of ter verfraaiing van de gemeente, zoals lichtmasten, verkeersinstallaties, standbeelden, monumenten, fonteinen, banken, abri’s, hekken en palen;
- c)
onroerende zaken die bestemd zijn te worden gebruikt voor het in stand houden van het elektriciteitsnet (Trafo);
- d)
Erven, tuinen en groenstroken bij woningen.
Artikel 8 Tarief BIZ-bijdrage
Het tarief van BIZ-bijdrage bedraagt per belastingobject € 600,-.
Artikel 9 Wijze van heffing
De BIZ-bijdrage wordt jaarlijks bij wege van aanslag geheven.
Artikel 10 Termijnen van betaling
- 1.
In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 worden de aanslagen betaald in twee gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede twee maanden later.
- 2.
De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.
Artikel 11. Nadere regels door het college
Het college kan nadere regels stellen met betrekking tot de heffing en de invordering van de BIZ-bijdrage.
Artikel 12 Kwijtschelding
Bij de invordering van een BIZ-bijdrage wordt geen kwijtschelding verleend.
Hoofdstuk III Subsidiebepalingen
Artikel 13 Buiten toepassing algemene subsidieverordening
Op de subsidie op grond van deze verordening is de Algemene subsidieverordening Oegstgeest 2015 niet van toepassing.
Artikel 14 Subsidievaststelling
- 1.
De subsidie voor de uitvoering van de activiteiten die zijn opgenomen in de uitvoeringsovereenkomst wordt verstrekt aan de in artikel 2 aangewezen vereniging;
- 2.
De subsidie bedraagt maximaal het bedrag van de jaarlijks te ontvangen BIZ-bijdragen, nadat daarop de perceptiekosten in mindering zijn gebracht.
- 3.
Naast de in artikel 4:37 van de Algemene wet bestuursrecht genoemde verplichtingen kunnen aan de vereniging ook andere doelgebonden verplichtingen worden opgelegd. Deze verplichtingen zijn opgenomen in de met de vereniging gesloten uitvoeringsovereenkomst
Artikel 15 Melding van relevante wijzigingen
- 1.
De vereniging stelt het college zo spoedig mogelijk schriftelijk op de hoogte van meer dan ondergeschikte veranderingen in haar financiële situatie.
- 2.
De vereniging stelt het college zo spoedig mogelijk schriftelijk op de hoogte van een wijziging van de statuten, dan wel van verandering of beëindiging van activiteiten.
Hoofdstuk IV Slotbepalingen
Artikel 16. Intrekking oude verordening en overgangsrecht
De Verordening bedrijveninvesteringszone de KempenaeR 2021, vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 26 november 2020 wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 17, tweede lid genoemde datum van heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
Artikel 17. Inwerkingtreding
- 1.
Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2026
- 2.
De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2026.
Artikel 18. Citeertitel
Deze verordening wordt aangehaald als:
“Verordening Bedrijveninvesteringszone De KempenaeR 2026”.