Gelet op:

• -

  de bepalingen van de Wegenwet;

• -

  de bepalingen van de Wegenverkeerswet 1994 (Wvw 1994);

• -

  de bepalingen van het Besluit Administratieve Bepalingen inzake het Wegverkeer (BABW) en de uitvoeringsvoorschriften van het Besluit Administratieve Bepalingen inzake het Wegverkeer (hierna: Uitvoeringsvoorschriften BABW);

• -

  de bepalingen van het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990 (RVV 1990);

• -

  het Algemeen bevoegdhedenbesluit gemeente Oegstgeest 2021 waarin de bevoegdheid tot het nemen van een verkeersbesluit is gemandateerd aan de teammanager Ruimte;

Overwegende:

• -

  dat de wijk Nieuw Rhijngeest Zuid gelegen is binnen de bebouwde kom van Oegstgeest;

• -

  dat de wegen in de wijk Nieuw Rhijngeest Zuid in beheer zijn bij de gemeente Oegstgeest;

• -

  dat het hier gaat om wegen zoals bedoeld in artikel 18, lid 1 onder d van de WVW 1994;

• -

  dat gelet op dit artikel het college van burgemeester en wethouders van Oegstgeest bevoegd is verkeersbesluiten te nemen voor deze wegen;

• -

  dat de gemeentelijke wegencategorisering van Oegstgeest is opgenomen in het Mobiliteitsplan 2017 – 2027;

• -

  dat de woonwijk Nieuw Rhijngeest Zuid onderdeel uitmaakt van het verblijfsgebied en de daarbinnen gelegen wegen daarom gecategoriseerd zijn als erftoegangsweg;

• -

  dat in de huidige situatie een parkeerverbodzone geldt voor het gebied Oude Rijnsburgerweg, Willem van Einthovenstraat / Limes (voormalige Verlengde Wassenaarseweg);

• -

  dat de (nieuwbouw)wijk Nieuw Rhijngeest Zuid steeds verder ontwikkeld is en dat er nieuwe deelgebieden zijn opgeleverd;

• -

  dat er in die deelgebieden locaties zijn waar buiten de parkeervakken geparkeerd wordt;

• -

  dat bij deze locaties de doorgang voor nood en hulpdiensten en andere grotere voertuigen zoals verhuiswagens en vuilniswagens kan worden belemmerd door geparkeerde voertuigen die buiten de parkeervakken staan geparkeerd;

• -

  dat met name de bereikbaarheid voor nood en hulpdiensten van groot belang is als ‘elke seconde telt’;

• -

  dat door geparkeerde voertuigen aan weerszijden van straten er minder of te weinig (manoeuvreer)ruimte overblijft voor rijdend verkeer, met name voor grote voertuigen;

• -

  dat dit met het oog op het waarborgen van de bruikbaarheid van straten en het zo

• -

  veel mogelijk voorkomen of beperken van door het verkeer veroorzaakte overlast, hinder of schade niet wenselijk is;

• -

  dat de doorstroming voor grotere voertuigen beter gewaarborgd kan worden door het parkeren van voertuigen buiten de parkeervakken niet toe te staan;

• -

  dat dit bereikt kan worden door het instellen c.q. uitbreiden van een parkeerverbodzone;

• -

  dat met het instellen van deze zone het huidige aantal als zodanig ingerichte parkeerplaatsen niet verminderd wordt;

• -

  dat met het instellen van een parkeerverbodzone minder verkeersborden nodig zijn dan wanneer per straat een parkeerverbod wordt ingesteld;

• -

  dat daarmee een rustiger straatbeeld wordt gecreëerd;

• -

  dat een parkeerverbodzone kan worden ingesteld door het plaatsen van de borden E01zb en E01ze (zone begin en zone einde) van bijlage 1 van het RVV 1990;

• -

  dat gelet op artikel 24 van het BABW op 1 juli 2025 overleg is gepleegd met de gemandateerde van de korpschef Nationale politie en deze op het instellen c.q. uitbreiden van een parkeerverbodzone positief / negatief heeft geadviseerd;