Op 12 mei 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Oegstgeest de Perspectiefnota 2021-2024 naar de gemeenteraad gestuurd. De financiële positie van de gemeente is op basis van de in deze perspectiefnota geïnventariseerde ontwikkelingen minder positief dan we naar aanleiding van de voorlopige cijfers uit de jaarrekening 2019 mochten hopen. Deze perspectiefnota laat tot en met 2023 een negatief saldo zien. Voor de begroting 2021-2024 zal het college met voorstellen komen voor maatregelen om de begroting structureel sluitend te krijgen.

De perspectiefnota geeft een herijkt financieel beeld van de exploitatie van de gemeente. In deze perspectiefnota zijn alle bekende nieuwe ontwikkelingen en opgaven meegenomen. Door nu al inzicht te geven in deze ontwikkelingen, krijgen we beter inzicht in de meerjarige financiële betekenis hiervan en zijn we meer in control. Met de vaststelling hiervan start de begrotingscyclus voor het jaar 2021 en verder.

Er zijn enkele ontwikkelingen die tot minder positieve resultaten leiden:

Zo is de verwachting dat het sociaal domein ook de komende jaren een steeds grotere druk op de gemeentelijke financiën zal leggen. Niet alleen door de stijgende kosten van de WMO en jeugdhulp maar ook door de extra inzet op schuldhulpverlening en eenzaamheidsbestrijding. De belangrijkste ontwikkelingen die we signaleren zijn:

  • De loonindexering vanaf 2021 van gemeente en verbonden partijen;
  • Autonome ontwikkelingen bij de RDOG;
  • Autonome ontwikkelingen in de jeugdzorg;
  • De algemene uitkering is berekend o.b.v. de laatste bouwprognose en de daaraan gekoppelde inwonerprognose.

Nog niet verwerkt zijn de mogelijke financiële effecten van:

  • De nieuwe beheerplannen die momenteel worden opgesteld;
  • De meicirculaire 2020.

Coronacrisis

Bij het verschijnen van deze perspectiefnota is er nog weinig inzicht in de financiële consequenties van de coronacrisis voor onze gemeente, maar dat er gevolgen zullen zijn is zeker. De hoogte van de financiële gevolgen is afhankelijk van drie factoren. Ten eerste, de duur en de aard van de landelijke maatregelen met een direct gevolg voor de gemeentelijke financiën zoals de toeristenbelasting. Ten tweede, de gemeente-overstijgende economische gevolgen. Ten derde de hoogte van de compensatie door het Rijk van de extra kosten van de gemeenten.

Vanwege deze onduidelijkheid zijn er nog geen concrete bedragen voor de gevolgen van de coronacrisis in deze perspectiefnota opgenomen. De financiële gevolgen van de coronacrisis worden concreet verwerkt in de programmabegroting 2021-2024.

Ondanks de uitdagende tijd waarin we ons bevinden is het bemoedigend om te zien hoe flexibel we als dorp en organisatie kunnen zijn. Wij zien nadrukkelijk meer aandacht en begrip voor elkaar. We doen ons uiterste best om onze dienstverlening onverminderd door te laten gaan en in te spelen op de veranderende behoeften binnen onze gemeente.

Na 2024 liggen er weer nieuwe opgaven - met name de vervanging van rioleringen - die van invloed zijn op het structureel sluitend maken van de begroting. Een voorzichtig financieel beleid blijft daarom noodzakelijk.