Op maandag 12 mei hebben zes gemeenten – Katwijk, Leiden, Leiderdorp, Oegstgeest, Voorschoten en Zoeterwoude – samen met Energie Beheer Nederland (EBN) en netwerkbedrijf Alliander een belangrijke afspraak gemaakt. Ze hebben afgesproken om samen te onderzoeken of ze een publiek warmtebedrijf kunnen oprichten. De uitkomsten van dit onderzoek worden aan het einde van dit jaar verwacht.

Nieuwe wet over warmtenetten

Deze afspraak is belangrijk omdat de Tweede Kamer op 19 mei begint met het bespreken van de nieuwe Wet Collectieve Warmte. Deze wet regelt hoe warmtenetten mogen worden aangelegd en beheerd. Een belangrijk punt in deze wet is dat warmtenetten in publieke handen moeten blijven. Dat betekent dat gemeenten of andere overheden er de baas over zijn. De wet moet zorgen voor eerlijke prijzen, duurzame energie en een betrouwbaar systeem.

Waarom een eigen warmtebedrijf?

Als de wet wordt aangenomen, mogen gemeenten en provincies vanaf 1 januari 2026 zelf warmtebedrijven oprichten. EBN, een bedrijf van de overheid, zal dan investeren in warmtenetten in verschillende regio’s. Volgens EBN-directeur Herman Exalto zijn warmtenetten belangrijk om minder afhankelijk te zijn van buitenlandse energie. Ook kunnen de prijzen dan stabieler blijven.

Samenwerken in de regio

Door samen te werken, kunnen gemeenten en bedrijven zoals Firan (onderdeel van Alliander) efficiënter werken aan nieuwe warmtenetten. Dit helpt ook om het elektriciteitsnet minder te belasten. Slimme investeringen in warmtenetten zorgen ervoor dat er minder losse warmtepompen nodig zijn, zegt Guido Frenken, directeur Warmte bij Alliander.

Plannen voor de toekomst

In het najaar komen de deelnemende partijen met een plan voor het regionale warmtebedrijf. Hierin staan onder andere een business case, juridische afspraken en een planning voor de uitvoering. Wethouder Angelique Beekhuizen van Zoeterwoude zegt dat dit belangrijk is voor een duurzame toekomst in de regio.