17 februari 2023

Er is een Boominventarisatie en Boomveiligheidscontrole uitgevoerd op het terrein van Almondeweg 2 door Pius Floris boomverzorging. De inventarisatie geeft een goed beeld van de conditie en kwaliteit van de huidige houtopstanden.

Uit de Boominventarisatie en Boomveiligheidscontrole Almondeweg Oegstgeest blijkt dat de ecologische waarde van de houtopstanden op het perceel groot is vanwege spechtengaten op de bomen.

Uit het beleidsplan Groen & Water en uit de ontwikkelingen uit Hoogheemraadschap Rijnland en Rijk wordt er meer aandacht gegeven aan ontwerpen met bodem en water sturend. Waar bomen en bos staan, ontstaan er ook gezondere bodems vanwege het bodemleven dat gevoed wordt door de bomen. Omdat het grootste deel van de CO2 opslag van een houtopstand in de bodem zit, is het ook belangrijk vanuit onze klimaatadaptatiestrategie om gezonde bodems te behouden, zodat deze CO2 niet weer vrij komt.
Waar weinig diepwortelende vegetatie staat met weinig variatie is het bodemleven minder van kwaliteit. De biodiversiteit bovengronds is een directe indicator voor de biodiversiteit ondergronds en dus voor gezondheid van de bodem.

Hieruit volgt dat de bospercelen 1 en 2, en de boomgroepen in de tuin meer waardevol zijn qua bodem dan de naastliggende weilanden. Dit ligt los van de levensverwachting en waarde van de bomen. Het is in deze percelen mogelijk om bomen te verwijderen, en nieuwe bomen aan te planten, mits de bodem hierbij niet verstoord wordt.

Deze gebieden een andere functie geven dan groen zal de bodemkwaliteit verslechteren. Nieuw groen, dat gerealiseerd wordt op een stuk wat nu bebouwd, verhard of weiland is, is niet gelijkwaardig qua bodem aan de huidige boom- en bosgebieden. Op een nieuw gebied zal het bodemleven en de co2 vastlegging in de bodem dan pas beginnen, en duurt het jaren totdat er dezelfde kwaliteiten ontstaan.

Het uitgangspunt voor het behoud van bodem is dat alles wat nu onder kroonprojectie van de bomen ligt behouden dient te blijven. Echter zijn er bomen die minder bijdragen aan de opbouw van gezonde bodem. Dit zijn niet-inheemse boomsoorten, zoals de (leylandii?)coniferenrijen op het perceel. Door het verwijderen van deze wordt de grond niet onevenredig aangetast.

De bomengroepen en de bodem eronder die waardevol kunnen zijn en behouden dienen te blijven zijn:

  • Gemengde bomengroep 21 tot 24
  • De groep dennen nummers 25 tot 29 , 33 tot 45
  • De groep eiken nummers 66 tot 73
  • Gemengde bomengroep 17, 86 tot 88

Verder hebben houtopstanden nummer 10, 11, 12 en 37 bijzondere belevingswaarde (bv. eetbaar, bijzonder soort, gezonde, volwassenen boom) en verwijzen terug naar de geschiedenis van deze locatie mochten ze behouden blijven met de ontwikkeling.

De bosstroken 1 en 2 zijn jonger dan het tuingebied met de boomgroepen. Het is aannemelijk dat de bodem in deze stroken wel waardevoller is dan onder de weilanden, maar minder waardevol is dan in het tuingebied/onder de boomgroepen.

De prioriteit in behoud van bodem is dus:

Van hoogste prioriteit tot de laagste

  1. De bomengroepen in de huidige tuin
  2. De bosstrook 1 en 2
  3. De coniferenrijen
  4. De weilanden
  5. Locaties met halfverharding of zand
  6. Locaties met verhardingen
  7. Locaties met gebouwen